Lezen en laten lezen

 

 

 

‘Zeg kerel, wat lees jij eigenlijk vandaag de dag?’

Hendrik stak zijn pijp aan. Over de rand van zijn leesbril zag hij een boek van bovengemiddelde dikte in de handen van zijn zwager.

‘Oh, niets in het bijzonder. Ik heb een brede interesse,  het is daarom al gauw goed.’

‘Je leest toch zeker wel literatuur, hè?’

Jan zuchtte bij de gedachte aan de discussie die elk moment weer kon losbarsten. Telkens als Hendrik de bibliotheek van het landhuis inkwam, begon hij over zijn literaire kennis. Alles wat buiten zijn kennis viel, was volgens hem pulp.

‘Ja, wees gerust. Ik lees Wees onzichtbaar.’

‘En dat noem jij literatuur? Dat is pulp, goedkope troep. Jij weet niet wat literatuur is, kerel.’

‘Jij blijkbaar ook niet, jongen.’

‘Harry Mulisch, Adriaan van Dis en zelfs Mensje van Keulen is literatuur. Dat zijn boeken waarbij je moet nadenken. Waarbij je mee groeit met de personages en waar je de diepere betekenis van het geschreven woord moet vinden. P.C. Paardekooper is ook literatuur. Daar leren mensen van. Dat is goed, kerel. Leren moet je, geen flauwekul boeken lezen waar je de rest van je leven niets mee kunt.’

‘Ik leer juist heel veel van dit boek. Bijvoorbeeld, hoe het voelde om als vijfjarig kind in een vreemd land te komen. Zijn gevoelens op de momenten dat zijn vader het hele huishouden terroriseerde met zijn dronken kop. Maar nog meer leer ik ervan hoe zijn moeder sterker werd en voor zichzelf op durfde te komen. Hoe ze samen met haar kinderen tegen die man in verzet kwam.’

‘Ach, wat een flauwekul allemaal. Dat is lectuur wat jij leest, kerel. Dat kan iedere boerenpummel lezen.’

‘Dat klopt helemaal. Iedereen kan dit lezen, maar niet iedereen kan dit begrijpen. Je bewijst het me zojuist.’

Hendrik klopte zijn pijp af om hem opnieuw te stoppen, waardoor hij gemaakt afwezig was.

‘Ik versta onder lectuur, die pamfletten van de VVD die jij voor je raam hebt hangen. En de Donald Duck die jouw kinderen lezen. Daar kunnen ze de rest van hun leven helemaal geen donder mee. Die boeken van jouw vrouw vallen ook onder lectuur. Ze lezen als een trein en ze kan er zo lekker bij wegdromen omdat ze weet dat het op het einde toch allemaal wel goed komt, zegt ze altijd.’

Hendrik houdt de lucifer bij zijn pijp en verlaat de ruimte.

Jan laat zich opgelucht achterover zakken om te verdwijnen in de wereld van Metin.