Janine
~1~
De toekomst die ik voor ogen heb, zal spoedig verdwijnen. Het ondertekenen van het huurcontract voor
de woning in Leidschendam, bevestigt de opstap naar een drastische verandering in mijn leven.
Het is een mooi maar klein appartement, net groot genoeg voor mijn zoon Jack en mij. Het heeft twee
slaapkamers en een kleine keuken. De woonkamer is ruim, met uitzicht op een doorgaande weg naar Den Haag.
Ik heb zelfs een balkon. Je moet naast elkaar blijven staan of zitten wegens gebrek aan ruimte, het is een balkon.
In de kelder is een berging waar twee fietsen in passen. Het voordeel is dat ik snel klaar ben met schoonmaken
en ik ben geen uren meer in de tuin bezig. De tijd dat ik met Harry samen was ging mijn vrije tijd bijna geheel op
aan tuinieren. Zover je van tuinieren kon spreken. Op mijn balkon heb ik geen planten neergezet, hopelijk heb ik
binnenkort geen tijd ze te verzorgen. Eigenlijk zou ik kunstplanten moeten kopen. Het nadeel daarvan is dat ze
erg duur zijn, wil ik echt uitziende planten hebben.
Hoewel ik altijd zei dat ik nooit van mijn leven meer in de Randstad wilde wonen, zit er weinig anders op als ik enige
zekerheid op een betaalde baan wil hebben. In de hoop iets te vinden dat bij mijn opleiding algemene economie past,
pluis ik elke krant uit waarin vacatures staan. Zo ook vandaag, met een kop koffie in mijn rechterhand en een rode
fineliner in de andere. Zodra een aanbod enigszins geschikt lijkt, moet er een rode cirkel omheen.
Een diepe zucht ontglipt me met het opkomen van een ontevreden gevoel. Geen werk op mijn niveau te vinden.
Geen rode cirkels te trekken. Aan werk ontbreekt het niet, er zijn volop banen. Het zijn allemaal banen die ik ooit had,
zoals directiesecretaresse bij een groot bouwbedrijf of manager bij een financiële dienstverlening. Ik heb serieus te
veel banen gehad. Door de gedwongen verhuizingen die ik eerder in mijn leven heb moeten doen omdat Sjaak ons
telkens wist te vinden, kwam ik niet veel verder dan kortstondige werkplekken via een uitzendbureau.
Nu wil ik meer. Ik wil hoger op de ladder. Klimmen wil ik. Klimmen naar de top.
Wekenlang zoeken leverde vorige week eindelijk een baan via het uitzendbureau op. Ik ben als telefoniste
aan de slag. Een doorgewinterde kletskous als ik, past wel enigszins in een dergelijke job. Het bevalt boven
verwachting. De klanten worden door mij uitstekend geholpen en de baas is uiterst tevreden. Natuurlijk zit
er weer een nadeel aan … het is een tijdelijke baan. Een vaste baan vinden is me niet gelukt. Hoe meer de
tijd verstrijkt, hoe moeilijker dat wordt. Nachtenlang pieker ik daar over.
Wat te doen? Hoe nu verder? Kan ik het niet alleen? Jack heeft een nieuwe fiets nodig. Zijn schoolgeld en
busabonnement moeten betaald worden. Hij heeft kleding nodig. Het lijkt wel of die gozer blijft groeien.
Ik zal hem minder te eten geven, misschien helpt dat. Dat slaat natuurlijk weer nergens op. Ik moet mijzelf
herpakken en mij niet laten meeslepen in weerzinwekkend zelfmedelijden en angst voor de toekomst. Piekeren
lost geen problemen op. Ik raak er alleen vermoeider door. Ik zet een kop koffie en verdwijn weer met mijn neus
in de kranten. Eens zal er een baan met meer uitdaging opduiken.
Langzaam dringt het geluid van de tikkende regen tegen het raam tot me door. Ik ben dol op dat geluid. Het
brengt een vorm van gezelligheid met zich mee. De tijden dat de regen tegen het zolderraam tikte toen ik
bij mijn ouders woonde, zullen nooit uit mijn herinnering verdwijnen. Op dergelijke momenten kroop ik op mijn
bed met een boek of handwerkje en genoot van het ritme. Het gaf me een veilig gevoel. Het was meteen het
enige veilige gevoel dat ik had in dat huis. Op geen enkele andere plek voelde ik mij op mijn gemak, zeker niet
in de kapsalon. Het beangstigde mij dat ik altijd in de gaten werd gehouden; was het niet door mijn moeder,
was het wel door mijn zus. Zij verraadde mij graag als ik iets deed wat niet helemaal door de beugel kon, maar
wel een actie van een puber was. Ik denk dat mijn zus er een orgastisch gevoel bij kreeg als ik met de mattenklopper
op mijn donder werd geslagen. Dan vinden ze het gek dat je op je achttiende in de handen van een ‘foute’ man valt.
Dat Sjaak een foute man was, zag niemand. Waarschijnlijk wilde niemand het zien. Wat misselijkmakende jaloezie
allemaal kapot kan maken.
Het gemis van Harry is groter dan ik ooit heb kunnen vermoeden. Ondanks dat we van stad naar dorp naar gehucht
gingen, hadden we het goed. Hij steunde mij in mijn angst mijn kind kwijt te raken. Elke ochtend kijk ik naast me in
de hoop dat hij in bed ligt, telkens is de teleurstelling groot. De radiowekker gooit De Kast met Hart Van Mijn Gevoel
door mijn slaapkamer. Mijn stem heeft meer volume dan ik me herinner als ik de woorden door de ruimte laat galmen.
De leegte is bijna niet vol te houden. Ik heb niemand met wie ik daarover kan praten.
......
Nieuwsgierig naar de rest van het verhaal? Houd mijn Facebookpagina in de gaten.